Tegen negen uur hadden we de zeilen gehesen. Met vol tuig voeren we over een grijs IJsselmeer richting Enkhuizen. We hadden verwacht dat er nauwelijks wind zou staan, maar we troffen het: een aardig aan-de-winds-windje, we kregen nog een lekker gangetje ook. De wind was niet vlagerig maar wel dwarrelig. Dat was wel grappig.
Aan de overkant moesten we wel een paar slagen maken, maar dat was wel lekker. Alles in de kastjes ligt weer op zijn plek. De zon kwam er bij, het was met thermo-ondergoed en muts en handschoenen prima te doen. Pas bij Enkhuizen zagen we twee zeiljachten op de motor, verder was het stil op het water.
Tegen half twee lagen we in de haven. Eigenlijk was het overal verboden terrein voor ons. Een deel was gereserveerd (voor wie weten we nog steeds niet), aan de lange kade waren verbodspapieren, en zelfs bij de boxen stond dat je vanaf 16 oktober 2023 hier niet mocht liggen. Nou, we deden het toch maar. Een beetje onvriendelijk allemaal.
Maar goed, we lagen en stapten al gauw van boord om naar het Zuiderzee-museum te gaan. Daar hebben we ons prima vermaakt bij de expositie "Waterwijs", over het gebruik van water voor allerlei doeleinden en door de tijden heen. Nooit geweten dat je voor een kilo kaas 320 liter water nodig hebt, bijvoorbeeld. Dorstige koeien misschien? Want voor een glas melk is 180 liter water nodig.
Er was ook een tentoonstelling van depot-stukken, en daar vonden we de bedstededeuren uit IJlst, rond 1750, wel erg mooi. Een scheepstimmerman had ze voor zijn eigen besteden gemaakt, en had op de deuren het uitzicht vanuit de bestede geschilderd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten