Gisteren gingen we met ons logeetje varen, naar Lemmer. We stuurden binnen. Welmoed heeft zich niet verveeld, en wij ook niet, haha! Kletsen, onderzoeken, lopen op de bank, kijken uit het raam en tussendoor nog wat eten.
Voor de sluis moesten we even wachten, en ons matroosje zat mooi voorop, met een rijstwafeltje in de ene en een landvast in de andere hand. Een prachtig plaatje! Maar in de sluis werd ze moe en had een volle luier. Hidzer maakte snel een fles klaar, en stuurde de boot de sluis uit, ik deed Welmoed. Ha, ze viel in slaap.
Slechts 10 minuten. Ze hield haar slaapzakje aan, en bij het aanleggen in Lemmer heb ik haar even in de kuip geparkeerd. Lekker in de luwte. Onze zeemeermin vond dat prima. Ze paste goed op de stootwillen en kletste gezellig met Hidzer. We hadden een leuk plekje, vlak buiten de sluis, op een chartersteiger, maar op ons plekje kon geen charter meer liggen, te weinig ruimte.We appten naar Maaike waar we lagen, en volgens ons sprongen ze daarna direct in de auto. Want in no-time waren ze bij ons. We hebben gezellig gekletst, Stef heeft voor ’t eten 3 pizza’s gehaald (Hidzer en ik hebben er eentje gedeeld), en daarna gingen ze weer huiswaarts. Zij blij dat het meisje er weer was, wij vonden het maar stil.....
We hebben een rondje gelopen om het havengeld te betalen (dat was een avontuur, want het scherm begreep een paar keer niet wat we ‘m opdroegen), hebben al het speelgoed en haar bedje opgeruimd, nog nagenoten van de foto’s en filmpjes en hebben het niet laat gemaakt.
We hebben heerlijk geslapen. De stuk of 8 charters, hadden bij binnenkomst gistermiddag best wat lawaai, maar gisteravond was het gelukkig rustig. Tijdens het ontbijt ontdekte Hidzer dat we zijn anti-jicht-pilletjes waren vergeten. Oei, stom!
We besloten om apotheek te zoeken, via internet. We hebben gebeld, en werden geadviseerd om de eigen huisarts te bellen en die een fax te laten sturen, dan konden we wel even langskomen. Dat het nog bestaat, een fax! Maar goed, we hebben de huisarts gebeld, zijn daarna naar de apotheek gelopen en met een omweggetje weer naar de boot.
Het was kwart voor 10 toen we de haven uitvoeren. De zon scheen wat maar het was best fris. Er stond best een windje, maar we hadden hem flink verkeerd. Als we zouden zeilen, zouden we een dag nodig hebben om in Lelystad te komen. H’m. En morgen zou het heel hard gaan waaien. Nou ja, dan maar op de motor. Ons doel was Muiden, om het tasje weer naar Anneke te brengen, maar dat hoefde natuurlijk niet persé. We konden ook wel via het Ketelmeer weer terug naar huis varen.
Maar ach, we besloten toch maar het Markermeer op te gaan. Bij de Houtribsluizen was het weer feest op de marifoon. Een groot passagierschip, zo’n Rijnschip, ging voor ons de stuurboordsluis in. Achter ons kwam vrachtschip Ariël. De sluiswachter vertelde dat de plezierjachten voor vrachtschip Poolster in de bakboordsluis mochten, en dat de Ariël dus even moest wachten. Nou, dat stond niet in het boekje van de schipper. Hij ging redelijk te keer, belachelijk. Eerst vroeg hij waarom dat plezierspul niet bij het passagierschip in konden. Dat kon niet, vertelde de sluiswachter, omdat het passagierschip niet onder de brug kon liggen. Volgens de Ariël was dat niet waar, want zulke schepen kunnen altijd onder de bruggen door. Sluiswachter: “Dan kunt u vandaag weer iets leren, want dit schip kan echt niet onder de brug door”. Schipper: “Ik zeg, doe ‘m maar naar de sloop”.
Nou ja zeg, wij stonden met verbazing naar dit gesprekje te luisteren! Belachelijk toch, zoals die schipper reageerde? Waarom wij niet voor het passagierschip aan in de sluis konden weten we niet, daar zal wel een reden voor zijn.
Maar de Ariël had geluk: hij mocht voor de Poolster aan in de bakboordsluis, en wij pleziervaart (de sluiswachter noemde ons “de stokjes”) mochten/moesten voor de brug in de stuurboordsluis gaan liggen en kregen een grote duwbak achter ons.
Dat klinkt makkelijk, maar het aanleggen ging bij sommige boten niet superhandig.Wij lagen helemaal vooraan en hadden er goed zicht op. Aansluiten is iets wat veel jachten bijna uit principe niet doen, lijkt het wel. Een zeiljachtje ging onder de brug liggen en moest dus weer verkassen. Een ander lag bijna dwars in de sluis. En toen moesten ze ook nog aansluiten, werd omgeroepen. Paniek alom. Behalve bij ons....
Buiten de sluis (dat sluizen duurde bijna een uur, in totaal), belde Anneke nog even. Ze moet donderdag werken, misschien woensdag ook, maar is vrijdag zeker vrij.
Na dat telefoontje kregen we zomaar een gunstige wind. Super gunstig! Met vol tuig, lekker aan de wind, zeilden we sneller dan we op de motor zouden doen. Pas voorbij Pampus, vlak bij de vaargeul naar Muiden, ging de motor weer aan. Heerlijk! Okee, het was wat fris, we hadden de bivakmutsen op, maar handschoenen waren nog net niet nodig. De watertemperatuur van het IJsselmeer was 12,2 graden, vertelde de Centrale Meldpost.
En het mooie was dat we Muiden nog bij daglicht konden halen. Anders waren we naar de vluchthaven bij Almere gegaan. We hadden op vaarweginformatie.nl gezien dat de Groote Zeesluis van Muiden al om 17:00 uur sloot, dus we zijn aan het remmingswerk gaan liggen. Prachtig plekje! We lagen goed en wel vast om kwart voor zeven, en vlak daarna werd het ook al erg donker. Mooie timing!